AfwateringsgebiedenBegraafplaats VredenhofGeheel afwateringsgebied

Waterkwaliteit in Begraafplaats Vredenhof

Een goede waterkwaliteit betekent dat er verschillende waterplanten groeien en waterdieren leven. Hiervoor moet de leefomgeving voor waterplanten en dieren op orde zijn. Voedingsstoffen, zoals stikstof en fosfaat, maken deel uit van deze leefomgeving. Het waterschap meet de kwaliteit van het oppervlaktewater op twee manieren; aan de hand van de biologische kwaliteit en de fysisch-chemische kwaliteit.

Voedingsstoffen worden maandelijks gemeten op een strategisch punt binnen een afwateringsgebied. Vaak is dit bij het gemaal. Deze gegevens vertegenwoordigen het afwateringsgebied als geheel en zijn op deze pagina te bekijken.

Meetlocaties en deelgebieden

De concentratie stikstof en fosfor worden in dit afwateringsgebied maandelijks gemeten. Het meetpunt staat op de kaart aangegeven met een zwarte cirkel. Het laatste meetjaar waarin een locatie is bemonsterd, is weergegeven in verschillende tinten grijs.

De biologische waterkwaliteit wordt (minimaal) bepaald op basis van de hoeveelheid verschillende planten die voorkomen in een deelgebied. Per deelgebied wordt dit elke drie jaar gemeten. Om de biologische waterkwaliteit goed te kunnen te beoordelen is het afwateringsgebied Begraafplaats Vredenhof opgedeeld in 1 deelgebieden. Ieder deelgebied is weergegeven met een cijfer op onderstaande kaart. De biologische waterkwaliteit is per deelgebied te bekijken via onderstaande de paginalink(s) onder de kaart.

Deelgebieden: 1: Begraafplaats Vredenhof

Stikstof- en fosfor

Een goede waterkwaliteit betekent dat er niet te veel en niet te weinig voedingsstoffen, zoals stikstof en fosfor, in het water komen. Als er voldoende, maar niet te veel voedingsstoffen in het water komen kan een soortenrijke onderwatervegetatie ontstaan met langzaam groeiende onderwaterplanten die het water helder houden. Wanneer er te veel voedingstoffen het water inkomen kunnen snelgroeiende waterplanten, zoals kroos en algen gaan woekeren. Deze verstikken de langzaam groeiende onderwaterplanten.

Om de hoeveelheid voedingsstoffen te verlagen, kan zowel gestuurd worden op het verlagen van concentraties in bronnen (zoals inlaatwater), maar ook op de hoeveelheid water dat door een watersysteem stroomt.

Stikstof- en fosforconcentraties

Stikstof- en fosforconcentraties worden in het gebied Begraafplaats Vredenhof gemiddeld 1 keer in de maand gemeten. De stikstof- en fosforconcentraties, zoals deze over de tijd zijn gemeten, staan in onderstaande figuren. De gekleurde referentielijnen zijn bepaald op basis van lage, gemiddelde en hoge meetwaarden (10, 50 en 90 percentielen) van deze stoffen in alle polders binnen het stroomgebied van de Rijnlands Boezem, waar Begraafplaats Vredenhof onderdeel van is.

In bovenstaand figuur is te zien dat de stikstofconcentratie op meetlocatie VDH001 gelijk blijft in de tijd. Daarnaast is te zien dat meer dan de helft van de metingen op meetlocatie VDH001 hoger zijn dan het gemiddelde van het stroomgebied. Of de stikstofconcentratie gelijk blijft, stijgt of daalt is berekend met een Kendalltoets. Het resultaat van deze berekening geeft aan dat er gemiddeld geen verandering is als de metingen eerst stijgen en daarna dalen of als de gemiddelde verandering klein is.

In bovenstaand figuur is te zien dat de fosforconcentratie op meetlocatie VDH001 gelijk blijft in de tijd. Daarnaast is te zien dat de metingen op meetlocatie VDH001 rond het gemiddelde van het stroomgebied liggen. Of de fosforconcentratie gelijk blijft, stijgt of daalt is berekend met een Kendalltoets. Het resultaat van deze berekening geeft aan dat er gemiddeld geen verandering is als de metingen eerst stijgen en daarna dalen (of andersom) of als de gemiddelde verandering klein is.

Stikstof- en fosforbelasting

De hoeveelheid voedingsstoffen die door het gebied Begraafplaats Vredenhof stromen, wordt ook de voedingstoffenbelasting genoemd. Dit is de hoeveelheid water dat door een gebied stroomt vermenigvuldigd met de concentratie van het toestromende water.

Voor deze belasting van het watersysteem is de hoeveelheid water minstens net zo belangrijk als de concentratie. De hoeveelheid water wordt door verschillende factoren bepaald, zoals door de hoeveelheid inlaatwater, doorspoeling, neerslag, verdamping, het watervasthoudend vermogen in percelen, de verhouding tussen land en open water, kwel en wegzijging. Waterbeheerders hebben grote invloed op de hoeveelheid water dat door een gebied stroomt en daarmee ook op de belasting met voedingsstoffen.

De concentratie voedingsstoffen die in het water wordt gemeten, wordt beïnvloed door externe bronnen (kwel, bemesting, RWZI’s, inlaatwater en nalevering vanuit landbodems), interne bronnen (waterbodem en afbraak van planten en algen) en door vastlegging in planten, algen en de waterbodem.

De voedingstoffenbelasting van het watersysteem kan niet direct worden gemeten. Wat wel wordt bepaald zijn de hoeveelheid voedingsstoffen die vanuit Begraafplaats Vredenhof richting de Rijnlands Boezem stromen. Deze vracht is bepaald door de metingen van de hoeveelheid water dat het gebied Begraafplaats Vredenhof uitstroomt te vermenigvuldigen met de stikstof- en fosforconcentraties die zijn gemeten in het uitstromende water.

In veel gebieden is de vracht voedingsstoffen die een gebied uitstroomt, gemiddeld over een jaar, lager dan de voedingsstoffenbelasting die het watersysteem instroomt. Voedingsstoffen worden namelijk opgenomen door algen en planten en vastgelegd in de waterbodem. Met het verwijderen van planten en bagger uit de sloot worden voedingsstoffen uit het watersysteem verwijderd. De uitstromende vracht kan wel hoger zijn als watergangen ondiep zijn en/of de waterbodem gevoelig is voor afbraak. In onderstaande figuren staan de vrachten die het gebied Begraafplaats Vredenhof uitstromen.

Stikstofvracht

De hoeveelheid stikstof die het gebied uitstroomt is meestal lager dan de hoeveelheid die vanuit het land, inlaatwater of kwel instroomt. Dit komt omdat een deel van het stikstof wordt opgenomen door algen en planten én omdat micro-organismen stikstof omzetten in onschadelijk stikstofgas dat verdwijnt naar de lucht.

Fosforvracht

De hoeveelheid fosfor die het gebied uitstroomt is niet hetzelfde als de hoeveelheid die vanuit het land, inlaatwater of kwel het gebied instroomt. Fosfor gedraagt zich alleen anders dan stikstof. Fosfor blijft namelijk ‘plakken’ aan (het ijzer in) de meeste waterbodems. Zolang het bovenste laagje van de bodem zuurstof en ijzer bevat blijft fosfor in de bodem zitten, maar als het water en de waterbodem zuurstofloos worden kan er fosfor uit de waterbodem vrijkomen. Dit gebeurt sneller als watergang ondiep zijn.

Gevoeligheid voor voedingsstoffenbelasting

De aanwezigheid van planten is mede bepalend of de voedingsstoffenbelasting leidt tot helder, plantenrijk water of tot troebel water met woekering van algen of kroos. Als er veel planten zijn, dan is een watersysteem minder gevoelig voor de voedingsstoffenbelasting dan wanneer er weinig planten zijn. Het systeem blijft helder omdat planten voedingsstoffen opnemen en slib vasthouden. Wanneer er te veel planten worden verwijderd kan een systeem omslaan naar een troebel, algen- of kroosgedomineerd systeem. Een watersysteem met weinig planten blijft troebel omdat algen, kroos en opgewerveld slib de terugkeer van onderwaterplanten tegengaan. Bodemwoelende vis, zoals karper en brasem, en kreeft spelen ook een belangrijke rol omdat ze de bodem omwoelen en planten eten. Het wegvangen van vissen of kreeft kan een omslag van troebel naar helder water forceren. Een watersysteem kan dus bij eenzelfde voedingstoffenbelasting in het ene geval helder zijn, terwijl het in het andere geval troebel kan zijn.

De gevoeligheid van een waterecosysteem voor voedingstoffen hangt ook sterk samen met de variatie in waterdiepte en de verblijftijd van het water en kan worden verkleind door inrichtings- en hydrologische maatregelen.

Om een compleet beeld van de effecten van voedingstoffen in een watersysteem te krijgen, is dus meer nodig dan alleen een beoordeling van concentraties of de hoeveelheid voedingsstoffen die door een systeem stromen.

Zoutgehalte (chloride)

Chloride komt van nature in het water voor en wordt weinig beïnvloed door andere stoffen of planten. Daardoor kan chloride helpen om de herkomst van water te bepalen. Hoge chlorideconcentraties ontstaan door invloed van brak grondwater (zoals het water in delen van polder Groot Mijdrecht en Wilnis-Veldzijde) of zeewater. Lage concentraties ontstaan als water vooral wordt beïnvloed door neerslag of zoet kwelwater, dat bijvoorbeeld afkomstig is van de Utrechtse Heuvelrug. In de meeste gebieden stijgt het chloridegehalte als er water uit de boezem wordt ingelaten, maar in gebieden met zoute kwel daalt het chloridegehalte juist als er veel neerslag valt of er water wordt ingelaten.

De gekleurde referentielijnen zijn bepaald op basis van lage, gemiddelde en hoge meetwaarden (10, 50 en 90 percentielen) van deze stoffen in alle polders binnen het stroomgebied van de Rijnlands Boezem, waar Begraafplaats Vredenhof onderdeel van is.

In bovenstaand figuur is te zien dat de chlorideconcentratie op meetlocatie VDH001 afneemt in de tijd. Daarnaast is te zien dat meer dan de helft van de metingen op meetlocatie VDH001 hoger zijn dan het gemiddelde van het stroomgebied. Of de chlorideconcentratie gelijk blijft, stijgt of daalt is berekend met een Kendalltoets. Het resultaat van deze berekening geeft aan dat er gemiddeld geen verandering is als de metingen eerst stijgen en daarna dalen of als de gemiddelde verandering klein is.